20 jaar bijdragen aan natuur
10 november 2025

Een verhaal vol doorbraken, successen en trots, maar ook met tegenslagen
Als je de natuur een beetje kent, weet je: wie onbegane paden betreedt, loopt nooit in een rechte lijn. Wat je onderweg tegenkomt, bepaalt je koers. Twintig jaar geleden toen we begonnen met het leveren van aardgas, zijn we ook gestart met onze bijdragen aan natuur. Dat voelde precies zo: alsof we een nieuw, onbekend gebied instapten. Een landschap zo overwoekerd dat we nog geen hand voor ogen zagen. Welk pad we moesten volgen was niet altijd duidelijk. Maar dat we zoveel mogelijk impact wilden maken, dat stond vast. Bossen beschermen, bomen planten, een verschil maken. We wilden een draai geven aan het stuur van de mammoettanker die klimaatverandering heet, ook al was het maar een millimeter. Niets doen was geen optie.
Nu, iets meer dan twintig jaar later, kijken we terug op onze reis tot nu toe. En op de inzichten die we onderweg hebben opgedaan. Een verhaal vol doorbraken, successen en trots, maar ook met tegenslagen. In twintig jaar hebben we veel geleerd. Over wat werkt, en over wat niet werkt.
We leerden dat de natuur zich niets aantrekt van spreadsheets en dat impact niet altijd in cijfers te vangen is. Dat werken met natuur betekent dat je vaak stappen vooruit zet en soms weer een stap terug doet. Maar we leerden vooral hoe krachtig het is om gewoon te doen, ervan te leren en het daarna beter te doen. Want dat is het belangrijkste inzicht van twintig jaar bijdragen aan natuur: alleen door te doen leren we.
2004–2012 | De beginjaren
1. Impact maken is … langetermijndenken
We leerden dat echte impact tijd nodig heeft. Dat je niet in projectjaren, maar in generaties moet denken. Het is het kortetermijndenken dat de natuur zoveel problemen heeft bezorgd. Diezelfde kortzichtige blik zal haar nooit kunnen redden. Daarom investeren we voor de lange termijn. Niet alleen om projecten te starten, maar om ze vol te houden. In Brazilië werken we inmiddels al twintig jaar samen met lokale partners aan bosbescherming. Is dat altijd goed gegaan? Nee. Leren wat werkt kost tijd. Maar nu plukken we, ook letterlijk, de vruchten van jarenlange investeringen.
Langetermijndenken betekent ook vooruitkijken. In de Amazone kochten we 120.000 hectare bos. Als de kapdruk in de omgeving van het bos in de toekomst toeneemt, is dit gebied in ieder geval al veiliggesteld. We investeren graag voordat het misgaat, of beter gezegd: zodat het niet meer mis kan gaan.
2. Impact maken is… je niet blindstaren op CO₂ of hectares
In de beginjaren focusten we vooral op CO₂ en hectares. We dachten: we verkopen aardgas, dat zorgt voor CO₂-uitstoot, dus we planten bomen om het goed te maken. We rekenden onze uitstoot uit en zochten projecten die CO₂ konden opslaan. Het voelde toen logisch en goed. Maar die focus bleek te beperkt. Want wat heb je er aan als bossen wel CO₂ opslaan, maar steeds minder leven herbergen?
Echte impact laat zich niet vangen in één getal of meeteenheid. Ze zit in het geheel, in de balans tussen mens, natuur en klimaat. Zo zagen we in Tanzania hoe die vroegere focus op CO₂ zelfs averechts werkte. Eucalyptusbossen groeiden er razendsnel en sloegen indrukwekkend veel CO₂ op. Maar later bleek dat ze water opslurpten, de bodem verarmden en het landschap uitputten. Sindsdien kijken we scherper naar de samenhang binnen projecten en steunen we alleen initiatieven die op alle vlakken kloppen, met soorten en systemen die passen bij het gebied en de mensen die er wonen.
We hebben inmiddels onze blik verbreed. We kijken niet alleen of een project CO₂ vastlegt, maar ook naar wat het doet voor biodiversiteit, lokale gemeenschappen en klimaatadaptatie. Pas als die vier elementen samenkomen, ontstaat echte vooruitgang.
2012–2017 | We beginnen het steeds iets beter te begrijpen
3. Impact maken is… meer dan meten
In 2012 doken we in de wereld van certificaten, standaarden en berekeningen. We steunden projecten door grote volumes CO₂-certificaten te kopen. Hiermee maakten we als relatief klein Nederlands bedrijf impact door deze nieuwe ontwikkeling op gang te helpen. We leerden over begrippen als additionality, leakage en permanence, en over standaarden als VCS en Gold Standard. Daarmee werd de impact van projecten in cijfers gevangen.
Maar hoe dieper we erin doken, hoe duidelijker werd dat meten niet altijd hetzelfde is als weten. Cijfers vertellen maar een deel van het verhaal. Sommige resultaten laten zich simpelweg niet becijferen. Hoe druk je bijvoorbeeld de indirecte impact uit van kennisdeling of het betrekken van lokale gemeenschappen en overheden? Die impact is nauwelijks meetbaar, maar kan wel degelijk groot zijn.
4. Impact maken is… niet mogelijk zonder lokale betrokkenheid
Bij natuurprojecten wordt de lokale bevolking nog te vaak over het hoofd gezien. Wij leerden al snel dat zonder hun betrokkenheid niets groeit. Je kunt nog zoveel bomen planten of grond beschermen, zonder lokaal draagvlak blijft natuurherstel tijdelijk. Zodra de financiering stopt, komt de kettingzaag terug.
In Brazilië merkten we hoe groot het wantrouwen kan zijn als buitenstaanders land opkopen. Daar leerden we dat langdurige bescherming alleen lukt als de lokale bevolking eigenaar is van het succes. We bouwden lokale kantoren, steunden coöperaties en hielpen bewoners om inkomen te halen uit het bestaande bos, bijvoorbeeld door paranoten te oogsten. Later hielpen we inheemse gemeenschappen bij het opzetten van hun eigen duurzaam opgewekte energievoorziening.
Pas als mensen een goed bestaan kunnen opbouwen met de natuur, in plaats van ten koste ervan, ontstaat echte vooruitgang. Daarom werken we met organisaties die de lokale natuur en cultuur door en door kennen. Zij weten wat werkt, en vooral wat niet. En we zoeken lokale leiders die het verhaal van binnenuit omarmen en verder brengen.
2017–2021 | De verbreding van blik en aanpak
5. Impact maken is… ook dicht bij huis verschil maken
Tot 2017 lag onze focus vooral op het buitenland. Daar konden we per euro meer doen: grotere projecten, lagere kosten, meer CO₂- en biodiversiteitsimpact. Op papier logisch, maar toch voelde het te beperkt. Al onze klanten wonen hier, in Nederland. En als we willen dat mensen zich verbonden voelen met natuur, moeten ze die ook kunnen zien, ruiken en ervaren. Niet alleen op foto’s uit verre landen, ook om de hoek.
Wie met eigen ogen ziet hoe waardevol én kwetsbaar de natuur is, hoeft het belang ervan niet meer uitgelegd te krijgen. Daarom investeren we ook hier, in voedselbossen, de aanplant van bomen en het herstel van vogelbroedeilanden. Zo willen we de verbondenheid met de natuur versterken.
6. Impact maken is… kritisch kijken waar we waarde toevoegen
Toen we met een groot deel van ons budget nog gecertificeerde projecten steunden door certificaten aan te kopen, stonden we steeds vaker met andere grote bedrijven in de rij voor dezelfde projecten. Oliebedrijven, luchtvaartmaatschappijen, energiemaatschappijen kochten certificaten van dezelfde projecten, met dezelfde keurmerken. Maar juist doordat de vraag zo groot was, waren die projecten vaak toch al verzekerd van financiering. Ze zouden ook zonder onze steun wel doorgaan. Ondertussen bleven andere, minstens zo waardevolle initiatieven onderbelicht: natuurgebieden, ecosystemen en gemeenschappen die hulp nodig hadden, maar nog niet voldeden aan de regels om gecertificeerd te worden.
Toen we dat inzagen, besloten we het anders te doen. We stapten uit de rij en zochten partners die samen met ons nieuwe projecten wilden opzetten.
2021–2023 | Een eigen koers
7. Impact maken is … meer dan alleen bomen
Lange tijd dachten we bij natuurinvesteringen vooral aan bomen. Aan bossen die CO₂ opslaan, aan kale vlaktes weer groen maken. Maar we ontdekten dat sommige van de meest impactvolle ecosystemen nauwelijks bomen kennen.
Veen in Mongolië, Peru en Nederland bijvoorbeeld. Als je eroverheen loopt, lijkt het niet meer dan drassige grond, maar onder het oppervlak liggen de grootste natuurlijke CO₂-voorraden ter wereld. Herstel van veen voorkomt dat die CO₂ wordt uitgestoten en houdt de bodem gezond voor toekomstige generaties.
Of mangroves, die kustbewoners beschermen tegen overstromingen, jonge vissoorten een veilige plek geven en de biodiversiteit versterken. Ze groeien in de overgangszone tussen land en zee, waar leven zich voortdurend aanpast en vernieuwt, zoals alleen de natuur dat kan. En ze slaan ook nog eens CO₂ op.
Daarom richten we ons tegenwoordig ook op die ecosystemen. En daarbij kijken we verder dan aanplant. We beschermen wat er al is, helpen herstellen wat dreigt te verdwijnen en geven ruimte aan natuurlijke regeneratie. Want de natuur weet vaak zelf het beste hoe ze weer tot leven komt.
8. Impact maken is… klanten van het aardgas afhelpen
Vanaf onze oprichting in 2001 leverden we alleen 100% groene stroom. Maar in 2004 kwamen we voor een dilemma te staan: de gasmarkt werd geliberaliseerd. Na overleg met klanten besloten we ook aardgas te leveren, in combinatie met steun aan bosprojecten. Dit werd ook wel 'bosgecompenseerd gas' genoemd. Daarnaast gaven we besparingstips en verkochten we producten, zoals zonneboilers, zodat klanten hun aardgasverbruik konden verminderen.
Toch realiseerden we ons dat dat niet genoeg was. Want welke prikkel werd gegeven met de term 'bosgecompenseerd gas'? Het zou sommige klanten het idee kunnen geven dat het prima is om aardgas te blijven gebruiken. Daarom veranderden we de productnaam in 'Aardgas met Natuur voor Morgen'. Een klein verschil in woorden, maar hopelijk met groot effect. We willen duidelijk maken dat het nog steeds aardgas is, en dat we er uiteindelijk allemaal zo snel mogelijk van af moeten.
9. Impact maken is… zorgen voor versnelling
Soms maak je niet de grootste impact door wat je zelf doet, maar door wat je mogelijk maakt. Veel van de projecten waarin we investeren, zijn pas het begin. Ze brengen iets op gang. Door kennis te delen, onderzoek te steunen en lokale partners te helpen professionaliseren, ontstaan initiatieven die verder groeien zonder onze directe steun.
In Papoea-Nieuw-Guinea hielpen we bijvoorbeeld met voorfinanciering van juridisch en organisatorisch werk, waardoor een kapvergunning nietig werd verklaarden het bos beschermd werd. Zonder die eerste investering was het project er misschien nooit gekomen.
Hetzelfde geldt voor onderzoek naar veenherstel en natte teelten in Nederland. Dat levert nog geen meetbare CO₂-resultaten op, maar legt wel de basis voor nieuw beleid en vormen van landbouw die beter samengaan met de natuur.
Impact draait dus niet alleen om wat je doet, maar ook om wat je aanwakkert, versnelt en mogelijk maakt voor anderen.
2023–heden | De natuur als leermeester
10. Alles hangt met alles samen
Na twintig jaar investeren in natuur weten we één ding zeker: niets in de natuur staat op zichzelf. Alles staat met elkaar in verbinding.
Alleen wat ecologisch én economisch houdbaar is, heeft toekomst. Projecten als mangroveherstel en voedselbossen laten zien dat het kan. Ze slaan CO₂ op, herstellen biodiversiteit en versterken lokale gemeenschappen tegelijk.
We nemen geen genoegen meer met 'minder schade aanrichten'. We willen daarnaast ook actief bijdragen aan herstel. Aan natuur die zichzelf kan vernieuwen, aan mensen die daarvan deel uitmaken, aan een wereld die een beetje beter wordt van wat we doen.
Zo verschuiven we stap voor stap naar regeneratief: van alleen behouden wat er is naar actief helpen herstellen, en naar meer verbinding tussen mens en natuur.
De toekomst
11. Samen bereiken we nog veel meer
In 2004 begonnen we met investeren in natuur. Niet als een leuke hobby, maar omdat we wisten dat het moest. We beseften dat de planeet, en al het moois erop, alle hulp kon gebruiken. Vandaag is dat besef gelukkig een stuk vanzelfsprekender dan twintig jaar geleden. Zeker bij onze klanten, die hier bewust voor kiezen. Ruim zeshonderdduizend huishoudens met mensen die, net als wij, geloven dat onze planeet en haar natuur ons grootste goed zijn.
Daarom willen we van onze natuurinvesteringen nog meer iets gezamenlijks maken, iets waar iedereen aan kan bijdragen. We zijn gestart met de mogelijkheid voor klanten en niet-klanten om extra te kunnen bijdragen aan natuurprojecten.
Die bijdragen zorgen ervoor dat we ons nog beter, vaker en gerichter kunnen inzetten voor de natuur, op verschillende plekken in de wereld. Maar ze betekenen meer dan dat. Ze zijn een blijk van vertrouwen in onze visie op de natuur en de manier waarop we ons voor haar inzetten. Dat vertrouwen is een eer, maar bovenal een verantwoordelijkheid.
En hoewel ook de komende twintig jaar zullen bewijzen dat we nog lang niet alles weten, is één ding zeker: we blijven leren, blijven investeren en blijven bouwen aan de natuur voor morgen.


